h

Algemene Beschouwingen 2012

29 oktober 2012

Algemene Beschouwingen 2012

Bennie-a
Het is weer zover, de begroting 2013 is er. Er is een jaar voorbij waarin vorderingen zijn gemaakt in de leesbaarheid van de financiële documenten. Rekening, bestuursrapportages en begrotingen worden kwalitatief steeds beter. Daarvoor natuurlijk lof aan het college en de werknemers van deze gemeentelijke organisatie.

Maar voorzitter hoeveel werknemers houden we hier nog over? Veel taken, die voorheen door de rijksoverheid werden uitgevoerd, worden of zijn overgeheveld naar de gemeenten. De kosten voor de uitvoering van deze taken worden omdat het tevens gaat om een bezuinigingsoperatie van het Rijk niet voldoende gecompenseerd. Om toch in een aanvaardbare norm te kunnen worden aangeboden wordt samenwerking gezocht. De laatste jaren zien we daarom steeds meer samenwerkingsvormen ontstaan. Wat opvalt is dat op ieder beleidsveld andere partners worden gezocht. Regelmatig worden aan de Raad gemeenschappelijke regelingen aangeboden waarbij om instemming of geen bezwaar wordt gevraagd. Vaak hebben wij tegen deze voorstellen gestemd wat er op doet lijken dat wij tegen iedere vorm van samenwerking zouden zijn. Echter dat is zeker niet het geval. Elk voorstel dat wij voorbij hebben zien komen had op zijn manier een kwaliteitsmanco: “het was onvolledig, niet goed uitgewerkt, of gaf geen inzicht in de financiële gevolgen”.

Graag wil ik u ook de achterliggende redenen van onze tegenstem toelichten. Samenwerking kan alleen slagen bij een hoge mate van uniformiteit in de uitvoering. Het grote probleem is dat iedere gemeente het eigenlijk op haar eigen manier wil waardoor de meerwaarde die samenwerking zou kunnen bieden niet wordt verwezenlijkt. Zaken die de standaard van de gemeenschappelijkheid te boven gaan kosten extra geld waardoor je je op den duur zult moeten conformeren aan de ondergrens. Wij vrezen daardoor achteruitgang en kwaliteitsverlies van de dienstverlening aan onze inwoners.

Wij zullen ons als Raad moeten afvragen welke richting wij met deze gemeente willen. Inmiddels is het college daar al redelijk ver in en wordt de raad de keuze ontnomen. Want willen we bijvoorbeeld een regiegemeente of iets soortgelijk zijn waarbij alle uitvoerende taken uit huis worden georganiseerd of willen we dat slechts voor specifieke taken doen of willen we bijvoorbeeld dat diensten fysiek verder van de klant af komen te staan, waardoor die naar Etten-Leur of Roosendaal moet gaan? Grote uitdaging die deze raad heeft is daarvoor kaders te stellen en te bezien op welke wijze we onze controlerende taak kunnen vervullen? Dat ontbreekt nu, er is geen afwegingskader waaraan we kunnen toetsen.

Wij zouden er meer voor zijn om deze werkzaamheden die regionaal worden uitgevoerd ook onder een directe democratische controle te krijgen. Daarmee zouden deze regio's de provinciale taken kunnen overnemen en als midden-bestuur kunnen dienen in plaats van een oncontroleerbare vierde bestuurslaag die nu dreigt te ontstaan, of erger nog inmiddels al sluipenderwijs is ontstaan.

In deze beschouwingen een korte opmerking over de belastingen: Wij vinden het jammer dat er weer geen discussie is geweest over de belastingen. In die zin dat we er eens bij stil staan waarom welke belastingen worden geheven en hoe we daarmee het eerlijkst omgaan. Het college heeft de opmerkingen die regelmatig in de raad zijn gemaakt, niet ter harte genomen en heeft gewoon hetzelfde belastingregime genomen als vorig jaar. We kunnen wel tevreden zijn over de lastenontwikkeling hoewel wij ons afvragen hoe reëel de begrote inkomsten zijn bij de huidige onrustige woningmarkt waar met dalende prijzen en waar maar weinig beweging in zit.

Voorzitter, we hebben ook gemerkt dat het college nog steeds voortvarend aan de slag is met het privatiseren van de openbare ruimte. De plattegrondborden zijn al enige tijd vervangen door reclameborden en op 27 september 2012 zijn door het college opgestelde beleidsregels in werking getreden waardoor er drie reclamemasten kunnen worden geplaatst. Wellicht kunnen die palen in de geest van het ondernemerschap van dit college, multifunctioneel worden gemaakt door er een windmolen bovenop te zetten en onderaan een oplaadpaal voor elektrische auto's.
Echter, de door ons in de februari vergadering van dit jaar opgemerkte beperkingen van grondrechten die door dit beleid waren veroorzaakt, leken voortvarend aangepakt te worden. Enkele maanden geleden kwam het bericht dat er een aanvaardbaar aantal vrije plakborden geplaatst zouden worden. Helaas hebben we tot op heden nog niets van dit voornemen uitgevoerd gezien.

Wij hebben vastgesteld dat enige vorm van inspraak op het gebied van Monumentenbeleid echt een wassen neus is geweest en dat heemkundige verenigingen; die hier veel tijd in hebben gestoken; teleurgesteld zijn. Uitkomst is wel dat we nu een monumentenverordening en enig beleid hebben. Maar papier is geduldig, het gaat uiteindelijk om hart voor de uitvoering. Wij stellen vast dat de huidige aanwijzingslijst van monumenten bijvoorbeeld geen industrieel erfgoed beschermt en onze vraag en vrees is dan ook hoe voortvarend potentieel monumentale panden afgebroken blijven worden.

Tot slot voorzitter wil ik nog iets meer zeggen over het inspraakbeleid. Met de notitie beginspraak is getracht burgers zo vroeg mogelijk, dus vanaf de planvorming, te betrekken bij de publieke zaak. Wij constateren dat dit vooral als het gaat om ruimtelijke ontwikkelingen goed mis gaat. Vaak zijn de plannen ver uitgewerkt zodat het alleen een kwestie van presenteren is en hier en daar wat aanpassen. Ook merken we dat inbreng niet serieus wordt genomen en er niet wordt terug gekoppeld wat er nu gedaan is met de inbreng. Het opstellen van de monumentenlijst, eerder genoemd, is hiervan een voorbeeld maar ik kan net zo goed enkele bestemmingsplannen noemen, of het centrumplan Zevenbergen. Er zou wat ons betreft meer door beleidsmakers blanco in zo'n proces gestart moeten worden. Dus voordat er een concept plan ligt en dat is ook de bedoeling van de, mede door enkele raadsleden opgestelde, notitie Beginspraak.

Wat er de komende tijd uit Den Haag gaat komen is verre van zeker. Het kleurt er momenteel donkerpaars. Het sociaal uit de crisis komen lijkt daarom verder weg. In Moerdijk zullen we, hoewel ons de mogelijkheden beperkt worden, zorg moeten dragen voor een goed sociaal vangnet. In de onlangs uitgebrachte lokale monitor werk, inkomen en zorg van de FNV ontbrak dit jaar de gemeente Moerdijk. In eerdere edities heeft de gemeente wel meegedaan. Inmiddels hebben we wel de positie van de gemeente in deze benchmark kunnen achterhalen. Met 39 punten scoort de gemeente net boven het gemiddelde Er is echter een lange weg te gaan om de kwaliteit te bieden die gemeenten als Heerlen (score 75) en Pekela (score 70) bieden.
Bij de presentatie van de vorige monitor in 2010 stond op de gemeentelijke site al de zin: “Door de gevolgen van de crisis is het sociaal beleid van de gemeente nu belangrijker dan ooit.” Dat onderstrepen wij. Wij zouden ook graag zien dat woord bij daad wordt gevoegd en er naar te streven in 2013, 2014 tot de top 5 te behoren van deze monitor. Voorstellen van het college hieromtrent zien wij graag tegemoet. Wij zullen hier in Moerdijk in ieder geval blijven streven naar een gemeentelijk beleid waar menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit als uitgangspunten voorop staan.

U bent hier