Moerdijk

De JSF hoeft geen rol te spelen in de toekomstige Nederlandse krijgsmacht. Dat blijkt uit een advies van instituut Clingendael aan minister Jeanine Hennis van Defensie, meldt de Volkskrant.

De Joint Strike Fighter is alleen nodig als Nederland samen met de Verenigde Staten en grote Europese landen een militaire ingreep start en dus meedoet in het 'hoogste geweldspectrum'. Nederland zou dan een 'belangrijke bijdrage aan de NAVO en Europese militaire capaciteiten leveren', aldus minister Hennis. Daardoor kunnen andere belangrijke taken van de krijgsmacht, zoals het bestrijden van piraten, niet meer worden uitgevoerd. Dat schrijft instituut Clingendael donderdag in een advies aan minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD).

RTL Nieuws 14 februari 2013

'Toekomstige leger heeft JSF niet nodig'

De Joint Strike Fighter is alleen nodig als Nederland samen met de Verenigde Staten en grote Europese landen een militaire ingreep start en dus meedoet in het 'hoogste geweldspectrum'. Nederland zou dan een 'belangrijke bijdrage aan de NAVO en Europese militaire capaciteiten leveren', aldus minister Hennis.

Maritieme operaties beperkt
Omdat de JFS zo duur is, beperkt het gevechtsvliegtuig de operaties op zee, om bijvoorbeeld Nederlandse handelsschepen te beschermen tegen piraterij, langdurige vredesmissies en bijdragen van het leger om mensenrechten te bevorderen.
Volgens het Clingendael-rapport past een 'robuuste stabilisatiemacht', die vooral veiligheid en vrede bevordert, het beste bij Nederland. En voor dat soort missies is een JSF niet nodig, maar zouden wel andere goedkopere gevechtsvliegtuigen kunnen worden gekocht die al 'op de plank' liggen.

Defensie moet bezuinigen
Volgens de Volkskrant speelt het rapport van het Nederlands instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael een rol in het beleid van minister Jeanine Hennis. Het ministerie van Defensie moet flink bezuinigen: jaarlijks 250 miljoen euro extra boven op de 1 miljard euro van het eerste kabinet Rutte.

"Het is onvermijdelijk dat de doelstellingen van de krijgsmacht moeten worden bijgesteld", zo staat in het Clingendael-rapport. De onzekerheid over de Joint Strike Fighter helpen daar niet bij. Vorige week bleek nog dat het testen van de vliegtuigen langer duurt dan verwacht en de kosten daardoor flink stijgen: van 27 miljoen euro naar tussen de 47 en 55 miljoen euro. De onberekenbaarheid van de kosten leidt ertoe dat Nederland steeds minder toestellen kan kopen om de huidige F-16 te vervangen. Hennis heeft al aangegeven dat ze geen ongewenste verrassingen wil op dat terrein.