h

SP Statenfractie stelt vragen over zenuwgif imidacloprid

17 mei 2012

SP Statenfractie stelt vragen over zenuwgif imidacloprid

De SP-Statenfractie in Noord-Brabant heeft kennis genomen dat in Brabant in toenemende mate het middel Imidacloprid (zenuwgif) wordt toegepast bij de boomteelt en aardbeienteelt. Naar aanleiding hiervan heeft SP statenlid Francy van Iersel onderstaande vragen gesteld:


De SP is bezorgd over toename van het middel Imidacloprid bij deze teelten. De MTR normen in het oppervlakte water zijn vele malen overschreden, deze stof al enkele jaren een zeer belangrijke probleemstof in het oppervlaktewater
- Deelt GS deze zorgen?
- Is GS in overleg met de waterschappen en of het rijk over dit onderwerp? Het middel Imadaclprid blijft zeer lang circuleren in het milieu en heeft voor de mens en dier een negatieve invloed. Dit is gebleken uit een recent Japans onderzoek. Er ontstaat een verminderde ontwikkeling van de hersenen bij baby’s en de ontwikkeling van Alzheimer en Parkinson wordt versneld.
- Is de GS op de hoogte van dit onderzoek, wat gaat u met deze gegevens doen en op welke
termijn kan de Statenfractie hierover meer informatie ontvangen?

Het middel Imadaclprid blijft zeer lang circuleren in het milieu en heeft voor de mens en dier een negatieve invloed. Dit is gebleken uit een recent Japans onderzoek. Er ontstaat een verminderde ontwikkeling van de hersenen bij baby’s en de ontwikkeling van Alzheimer en Parkinson wordt versneld.
- Is de GS op de hoogte van dit onderzoek, wat gaat u met deze gegevens doen en op welke
termijn kan de Statenfractie hierover meer informatie ontvangen?

Bijen krijgen het zenuwgif via besmette wilde planten en oppervlaktewater binnen met als gevolg dat ze verzwakken en doodgaan. Voor andere insecten als muggen, vliegen, kevers en libellen, geldt een vergelijkbaar verhaal: Insecten in het algemeen zijn belangrijk in ecosystemen omdat andere organismen van hen afhankelijk zijn, als voedsel of voor bestuiving. Zonder insecten geen voedsel voor o.a. vogels en vleermuizen en nauwelijks bloeiende bloemen.
- Is GS van mening dat dit een zorgelijke ontwikkeling is?
- Welke maatregelen zou GS kunnen nemen om de bijen (en insecten) sterfte te beperken?
- Houdt GS in het ecologische beleid rekening met deze negatieve gevolgen, en probeert GS deze ontwikkelingen te remmen? zo ja op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Behandeling van de bodem met langzaam afbreekbare neonicotinoïdeinsecticiden zoals imidacloprid betekent dat vrijwel alle insecten in de bodem zullen worden vergiftigd. Afbraak van organische stof zal hierdoor in gevaar komen. Dit betekent dat de bodemstructuur wordt aangetast en daarmede voedselproductie

- Is GS bereid om de toepassing van het voorzorgsprincipe bij toelating van bestrijdingsmiddelen ter discussie te stellen en te pleiten voor een verbod op het gebruik van neonicotinoïden?

U bent hier