h

Afscheid van Uiterwijk

25 juni 2010

Afscheid van Uiterwijk

Uiterwijk moest weg als directeur Havenschap Moerdijk. De relatie met de aandeelhouders was altijd moeizaam
Hij stond bekend als ‘Mister Havenschap’. Udo Uiterwijk (53) drukte jarenlang zijn stempel op de enige zeehaven die Brabant rijk is.Maar na een conflict met zijn bazen moest hij het veld ruimen.

Hij zou de hoofdpersoon uit een boek van Franz Kafka kunnen zijn. Een directeur van een gerespecteerde onderneming wordt door zijn bestuur buitengezet, waarna dat bestuur een keurige afscheidsreceptie organiseert en de persoon met lovende woorden uitzwaait alsof er niets gebeurd is.Ongetwijfeld zal het directeur Udo Uiterwijk van het Havenschap Moerdijk zo vergaan als hij officieel afscheid neemt van ‘zijn’ havenschap.
Een gedwongen vertrek, want Uiterwijk werd eind vorig jaar na een conflict met de dagelijkse bestuurders
van het havenschap - de Moerdijkse CDA wethouder Ada Grootenboer en Brabants VVD gedeputeerde Cora van Nieuwenhuizen - naar huis gestuurd. „Natuurlijk heb ik gemengde gevoelens bij zo’n receptie”, vertelt
hij daags voor zijn afscheid. „Maar ik heb het ook zelf gewild. Per slot van rekening heb ik in de ruim zeven
jaar dat ik bij het havenschap heb gewerkt, met ontzettend veel mensen gewerkt. Daar wil ik op een fatsoenlijke manier afscheid van nemen.’’

Ogenschijnlijk rustig doet de 53-jarige Uiterwijk in de tuin van zijn woning aan de rand van Breda zijn verhaal. Zijn hoogzwangere dochter luistert aandachtig mee. Het zonnetje schijnt, slippertjes aan, cappuccino binnen handbereik: aan niets is te merken dat hier een man zit die zeven jaar lang als ‘Mister Havenschap’ door het leven ging, maar met kerst vorig jaar rücksichtslos aan de kant werd gezet. " Natuurlijk heeft het wegsturen mij veel pijn en verdriet gedaan. Ik heb jarenlang het havenschap gegetenen gedronken. Het was mijn haven, zo voelde dat. De afgelopen maanden toen ik gedwongen thuis zat, waren niet de gemakkelijkste. Zeker niet als bestuurders publiekelijk telkens weer in de pers verklaarden dat er geen zakelijk conflict was en dat ik vanwege persoonlijke redenen thuis zat.” Het is het enige wat hij over het conflict met zijn bazen kwijt wil. ,,Meer daarover zeggen is zinloos”, klinkt het resoluut.

De suggestie dat hij niks zou mogen zeggen om zo zijn afkoopsom niet in gevaar te brengen, laat hij voor wat het is. ,,Nogmaals, ik zeg er niks over.’’ Maar dat was dan ook de afspraak toen Uiterwijk instemde met het interview. Het interview zou zich focussen op de ruim zeven jaar dat hij in Moerdijk aan het roer stond.
Terug dus naar 2002 als Uiterwijk directeur van het havenschap wordt. Hij treft naar eigen zeggen een haven zonder echte visie. Met bestuurders die zich nauwelijks realiseren dat ze een zeehaven in handen hebben. Vlak voor Uiterwijks aantreden zat een periode van grootheidsdenken waar Moerdijk meende een haven in Cuba te kunnen besturen. Schoenmaker blijf bij je leest, is het credo van de nieuwe man en het havenschap beperkt zijn aandacht tot de driehoek Antwerpen, Amsterdam, Ruhrgebied. De catch-area voor Moerdijk.

Uiterwijk maakt ook een eind aan wat tot dan toe gebruikelijk was op Moerdijk: grond verkopen aan
bedrijven. „Kostbare grond aan de enige zeehaven die Brabant rijk is, werd zomaar uit handen gegeven.
Moerdijk was bezig, en reeds ver gevorderd, om de kip met de gouden eieren te slachten.” Het leidt tot de invoering van de erfpacht, stukken grond die vrijkomen door vertrekkende bedrijven worden door het havenschap weer teruggekocht. Met als klapstuk de 140 hectare van Shell die sinds vorig jaar weer in het bezit van de haven is. Het legt het havenschap geen windeieren. Omzet en winst nemen onder Uiterwijks bewind toe, terwijl de overslag in zeven jaar tijd van vijf naar vijftien miljoen ton per jaar stijgt, waardoor Moerdijk nu de vierde haven van Nederland is. Maar ondanks de mooie cijfers die Uiterwijk jaar in jaar uit kan overleggen, is de relatie met de beide aandeelhouders – provincie en de gemeente Moerdijk - moeizaam, vooral voor wat betreft de voorgenomen ruimtelijke uitbreidingen. De belangen van het ‘bedrijf’ Moerdijk lopen niet altijd parallel met de belangen van de beide overheden.

Wat goed is voor het havenschap is niet per definitie goed voor gemeente of provincie. „Daarom is het goed dat het havenschap verzelfstandigd wordt”, stelt Uiterwijk die het havenschap nieuwe stijl niet meer zal meemaken. Tot zijn grote spijt. „Ik was graag directeur van dat verzelfstandigde bedrijf geworden.”

Maar Uiterwijk zal op zoek moeten naar een nieuwe baan. Wat? Hij zegt het nog niet te weten. „Ik heb wel ideeën, maar die hou ik nog even voor me. Laten we zeggen dat ik me aan het oriënteren ben. Vergeet ook niet dat ik jarenlang alleen maar met dat havenschap ben bezig geweest. Daar moet ik van afkicken en daar neem ik de tijd voor.”

Uit een interview door Peter Ullenbroeck in BN/DeStem

U bent hier